Het wetsvoorstel versnelling stikstofdoelstellingen en vergunningplicht intern salderen: een zegen voor de mensheid?
De huidige stikstofcrisis werd in Nederland officieel ingeluid door de bekende PAS-uitspraken van de Afdeling van 29 mei 2019. Deze baanbrekende uitspraken zorgden ervoor dat politiek Den Haag in beweging moest komen. Zo werd binnen enkele maanden het Adviescollege stikstofproblematiek ingesteld. In het eindadvies van 8 juni 2020 adviseerde dit college om de natuurdoelstellingen met betrekking tot stikstofreductie wettelijk vast te leggen. In lijn met dit advies werd met ingang van 1 juli 2021 zowel de Wet natuurbescherming (Wnb) als de Omgevingswet (Ow) gewijzigd. In deze wetten is, kort samengevat, vastgelegd dat het gebied waarin de kritische depositiewaarde (KDW) wordt overschreden stapsgewijs aanzienlijk moet worden beperkt. Deze doelstelling ziet op het totale areaal van stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden. Niet stikstofgevoelige habitats tellen voor deze doelstelling (uiteraard) niet mee. De doelstelling is dat de stikstofdepositie in 2025 ten minste 40%, in 2030 ten minste 50% en in 2035 ten minste 74% van het areaal tot onder de KDW moet zijn verminderd. In art. 1.12a lid 2 Wnb staat dat dit resultaatsverplichtingen zijn. Om de stikstofcrisis en de ernstige gevolgen voor de natuur hiervan het hoofd te bieden is vervolgens in het coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV afgesproken om de huidige stikstofdoelstellingen van 2035 te versnellen naar 2030.