Case 1
Voeren van een procedure voor De Nederlandsche Bank over heffingen met betrekking tot financieel toezicht. De voornaamste vraag was of de Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft) en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelgeving voorzagen in een heffingsbevoegdheid. Daarnaast kwamen aspecten van Europees recht aan bod. De zaak heeft geleid tot de principiële uitspraak van het CbB van 18 september 2018, ECLI:NL:CBB:2018:475. De aangevallen uitspraak werd vernietigd;