Netcongestie: wat is het, wat regelt de wet en hoe springen rechters ermee om?
Partijen in de bouw- en vastgoedsector, en inmiddels ook eindgebruikers, zien zich in toenemende mate geconfronteerd met netcongestie. In september, november en december 2023 zijn hierover meerdere uitspraken in kort geding gewezen. Reden genoeg om in deze blog in te gaan op wat netcongestie is, wat de relevante wet- en regelgeving hierover bepaalt en wat opvallend is in de recente rechtspraak.
Netcongestie, wat is het?
Netcongestie duidt op een situatie van overvraging van de capaciteit op het elektriciteitsnet waardoor een capaciteitstekort ontstaat (1). Bij netcongestie is kortweg meer behoefte aan elektriciteitstransport (N.B. zowel voor levering- als teruglevering) dan het elektriciteitsnet aankan. Nu niet iedereen altijd in de behoefte aan het transport van elektriciteit kan worden voorzien, kunnen conflicten ontstaan tussen partijen in de bouw- en vastgoedsector (o.m. projectontwikkelaars, aannemers en beleggers), eindgebruikers (o.m. bewoners en ondernemers) en netbeheerders (o.m. Enexis, Liander, Stedin en TenneT).
De aansluit- en transportplicht
In beginsel zal iedere afnemer een aansluit- en transportovereenkomst (ATO) moeten overeenkomen met de regionale netbeheerder, om in aanmerking te komen voor de realisatie van een aansluiting en de levering van transport. Bij het aangaan van de ATO zijn netbeheerders beperkt in hun contractsvrijheid; de wet stelt namelijk kaders waarbinnen de netbeheerder deze ATO’s mag sluiten.
Eén van deze kaders betreft de aansluitplicht, die is vastgelegd in artikel 23 van de Elektriciteitswet 1998 (E-wet). De E-wet bepaalt dat netbeheerder verplicht is om degene die daarom verzoekt te voorzien van een aansluiting op het net (2). Deze aansluitplicht is absoluut; de wet biedt geen uitzonderingsgronden. Ook mag de netbeheerder niet discrimineren tussen verzoekers om een aansluiting (3). De aansluiting moet voorts worden gerealiseerd binnen een redelijke termijn (4). Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft beslist dat alleen de ACM als toezichthouder bevoegd is om deze redelijke termijn vast te stellen (5). De ACM heeft op 8 juni 2023 een aansluittermijn van 18 weken vastgesteld voor kleinverbruikers (tenzij géén graafwerkzaamheden nodig zijn, dan geldt een aansluittermijn van 12 weken) (6). De ACM heeft daarbij aangekondigd later nog een besluit te nemen over de aansluittermijn voor grootverbruikers (7). De op dit moment geldende aansluittermijnen zijn vastgelegd in de Netcode elektriciteit.
Van de aansluitplicht moet worden onderscheiden de transportplicht, vastgelegd in artikel 24 lid 1 E-wet. In tegenstelling tot de aansluitplicht, is de transportplicht niet absoluut. De wet bepaalt namelijk dat deze verplichting niet geldt, indien de netbeheerder redelijkerwijs geen capaciteit ter beschikking heeft (8). Wanneer de netbeheerder transport weigert op basis van deze uitzonderingsgrond, dient deze beslissing met redenen omkleed te zijn. Ook dient een dergelijke weigering gebaseerd te zijn op objectieve, technische en economisch onderbouwde criteria (9). De netbeheerder dient zich – net als bij de aansluitplicht – te onthouden van iedere vorm van discriminatie (10).
Wettelijke taken van de netbeheerder
De netbeheerder is gebonden aan een aantal wettelijke taken aangaande het beheer van het elektriciteitsnet. Artikel 16 E-wet benoemt deze taken. De voor deze blog relevante taken van de netbeheerder zijn: onderhoud van het net (11), bewaking van de veiligheid van het net (12), het aanleggen, herstellen, vernieuwen en uitbreiden van het net (13), en het aanhouden van voldoende reservecapaciteit voor het transport van elektriciteit (14). Voor deze wettelijke taken geldt dat de ACM de toezichthouder is en controleert of de netbeheerder hier voldoende uitvoering aan geeft.
Recente rechtspraak: wat is nieuw?
Het valt op dat netcongestie steeds vaker tot conflicten leidt en dat ook steeds meer rechterlijke uitspraken hierover verschijnen. Zo zijn op 20 september, 24 november en 1, 5 en 6 december 2023 uitspraken gewezen door de Rechtbank Gelderland in procedures tegen netbeheerder Liander (15). Wat kunnen we hieruit opmaken?
Ten eerste wordt in verschillende uitspraken bevestigd dat netbeheerders zich met succes kunnen beroepen op de wettelijke uitzonderingsgrond op de transportplicht met een verwijzing naar netcongestie (16). In de Provincie Gelderland is op veel locaties sprake van een capaciteitstekort (zie capaciteitskaart van netbeheernederland.nl, waar de netbeheerders netcongestie in kaart brengen). De Rechtbank Gelderland oordeelt in alle gevallen ook dat Liander voldoende aannemelijk heeft kunnen maken dat redelijkerwijs onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar is.
Voorts laat de uitspraak van 24 november 2023 zien dat tot voor kort voornamelijk aanvragers van transport voor grootverbruik aansluitingen (aansluitingen met méér dan 3 x 80A) te maken kregen met de weigering van het aangevraagde transport door de netbeheerder (17). Inmiddels worden ook aanvragen voor transport voor kleinverbruik aansluitingen geweigerd. De Rechtbank Gelderland oordeelt in deze uitspraak dat de uitzondering op de transportplicht als opgenomen in artikel 24 lid 2 E-wet niet alleen kan gelden voor grootverbruikers, maar óók voor kleinverbruikers.
In de uitspraken van 24 november en 5 en 6 december 2023 oordeelt de Rechtbank Gelderland dat een beroep op artikel 16 lid 1 sub c van de E-wet, met als standpunt dat de netbeheerder onvoldoende zijn taak heeft vervuld om het net uit te breiden, weinig zinvol is (18). De rechter oordeelt dat de netbeheerder in het kader van artikel 16 lid 1 sub c E-wet niet gebonden is aan vaste termijnen om het net uit te breiden alsmede dat individuele aanvragers aan deze wettelijke verplichting van de netbeheerder geen rechten kunnen ontlenen. De netbeheerder is volgens de rechter met betrekking tot deze wettelijke taak namelijk geen verantwoording verschuldigd aan individuele aanvragers, maar alleen aan de ACM als toezichthouder. In deze uitspraken oordeelt de rechter (in meer algemene zin) dat Liander dan ook niet in kort geding kan worden aangesproken op het al dan niet correct en tijdig uitvoeren van haar wettelijke taken in de zin van artikel 16 E-wet (19).
In een uitspraak van 20 september 2023 komt naar voren dat voor aanvragers van transport onder omstandigheden de mogelijkheid bestaat om meer transparantie te vorderen van de netbeheerder (20). In deze procedure besliste de kortgedingrechter voor het eerst dat een aanvrager het recht kan hebben op “inzage in de wachtrij”. Liander werd in deze uitspraak veroordeeld tot het verschaffen van inzage in
de positie van eiser op de wachtrij;
het aantal partijen dat vóór haar in de wachtrij stond; en
de omvang van de door deze partijen gevraagde transportcapaciteit in relatie tot de beschikbare transportcapaciteit.
Bij de naleving van het vonnis en het delen van deze wachtrij-informatie stelde Liander dat eiser hieraan géén rechten mocht ontlenen. Over onder meer dit punt ontstond een executiegeschil. In de uitspraak van 1 december 2023 over dit executiegeschil oordeelde de Rechtbank Gelderland dat Liander hiermee niet had voldaan aan het vonnis van 20 september 2023 (21). De rechter oordeelde namelijk dat aan de informatie op de wachtrij wél rechten kunnen worden ontleend.
Tot slot
Uit de recente rechtspraak komt naar voren dat marktpartijen steeds vaker procederen over netcongestie. De mogelijkheden om de netbeheerder te dwingen om transport te leveren lijken beperkt te zijn, mits de netbeheerder aannemelijk kan maken dat sprake is van onvoldoende transportcapaciteit. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kunnen echter wel andere vorderingen tegenover de netbeheerder openstaan zoals de vordering om meer transparantie (bijvoorbeeld in de vorm van wachtrij-informatie), nakoming van de aansluitplicht en/of schadevergoeding.
Ook kan uit de rechtspraak worden afgeleid dat het verstandig kan zijn om voor te sorteren op eventuele netcongestie door in uw contracten hierover een regeling op te nemen. Over deze mogelijkheid schreven Irene Hofhuis en Maarten Finkers reeds een blog.
-
In EU Verordening 2019/943 betreffende de interne markt voor elektriciteit is congestie gedefinieerd als een situatie waarin niet aan alle verzoeken van marktdeelnemers betreffende handel tussen netgebieden kan worden voldaan, aangezien de fysieke stromen op de netelementen die niet in deze stromen kunnen voorzien daardoor in aanzienlijke mate zouden worden getroffen, art.2, sub 4.
Artikel 23 lid 1 E-Wet.
Artikel 23 lid 2 E-Wet.
Artikel 23 lid 4 E-Wet.
HvJEU 2 september 2021, C‑718/18, ECLI:EU:C:2021:662 (Commissie/Duitsland).
Codebsluit aansluittermijnen elektriciteit kleine aansluitingen, Stcrt 2023, 16425.
Zie acm.nl/nl/publicaties/codebesluit-aansluittermijnen-elektriciteit-kleine-aansluitingen.
Artikel 24 lid 2 E-wet.
Artikel 6 van de Elektriciteitsrichtlijn. Dit artikel dient in samenhang te worden bezien met artikel 24 lid 2 E-wet.
Artikel 24 lid 3 E-wet.
Artikel 16 lid 1 sub a E-wet.
Dit vloeit voort uit verschillende verplichtingen op grond van de E-wet en Netcode elektriciteit. Zie in dit kader in algemene zin artikel 16 lid 1 sub b E-wet en, meer specifiek, bijvoorbeeld artikel 7.3 van de Netcode elektriciteit.
Artikel 16 lid 1 sub c E-wet.
Artikel 16 lid 1 sub d E-wet.
Rechtbank Gelderland 20 september 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:5258 (Vz.); Rechtbank Gelderland 24 november 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6730 (Vz.); Rechtbank Gelderland 1 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6574 (Vz.); Rechtbank Gelderland 5 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6636 (Vz.) en Rechtbank Gelderland 6 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6637 (Vz.).
Rechtbank Gelderland 20 september 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:5258 (Vz.); Rechtbank Gelderland 24 november 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6730 (Vz.); Rechtbank Gelderland 5 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6636 (Vz.) en Rechtbank Gelderland 6 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6637 (Vz.).
Zie Rechtbank Gelderland 24 november 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6730 (Vz.).
Rechtbank Gelderland 24 november 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6730 (Vz.); Rechtbank Gelderland 5 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6636 (Vz.) en Rechtbank Gelderland 6 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6637 (Vz.).
Wat geldt voor een beroep op artikel 16 lid 1 sub c E-wet, geldt dus in algemene zin voor de wettelijke taken als geformuleerd in artikel 16 E-wet.
Rechtbank Gelderland 20 september 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:5258 (Vz.).
Rechtbank Gelderland 1 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6574 (executiegeschil).