Noot bij rechtbank Noord-Holland 1 augustus 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:7466 (JBPr 2023/35)
Na de descente en de aansluitende mondelinge behandeling heeft zich een rechterswisseling voorgedaan, waarvan partijen niet voorafgaand aan het daaropvolgende tussenvonnis in kennis zijn gesteld. De rechter (in opleiding) die het tussenvonnis wees was wel aanwezig bij de descente en de mondelinge behandeling. Gedaagde heeft zich op het standpunt gesteld dat deze gang van zaken in strijd is met het onmiddellijkheidsbeginsel. De rechtbank oordeelt (r.o. 2.7) dat de rechterswissel weliswaar in het tussenvonnis had moeten worden verantwoord, maar dat van een zuivere ‘rechterswissel’ geen sprake was omdat de rechter (in opleiding) de descente en de mondelinge behandeling heeft bijgewoond.